Jordanaz.reismee.nl

Hallo en welkom op onze reislog!

Dé plaats om al onze avonturen en ervaringen die we in Azie hebben mee gemaakt terug te vinden. Vanaf hier kun jeverhalenenfoto'svinden, en viade kaartweet je altijd precies waar we zijn geweest! Meer informatie over onszelf vind je inhet profiel.

Veel lees en kijk plezier!

Groeten,

Joris van Velthoven

Dave Ketelaars

Mehrnaz Tajik

Koh Phangan

We hebben heerlijk nog even uitgerust op het zuidelijk gelegen eiland Koh Phangan. Daar hebben we de zus van Mehrnaz(Myrthe)met haar vriend (Gijs) ontmoet. Samen met hun hebben we met de scooter het eiland verkend. Ook hebben we gesnorkeld, gekanoot en heerlijk gezwommen in de zee. Op 4 augustus zijn we naar een groot strandfeest geweest wat erg leuk was. De Full Moon Party.

Na vier dagen is ieder van ons zijn eigen weg gegaan. Wij hebben nog een nachtje op Koh Phangan doorgebracht om vervolgens ons terugreis in te zetten. Op 9 augustus vliegen we terug naar Nederland.

Wij hopen dat iedereen genoten heeft van onze foto's, verhalen en filmpjes.

Gegroet.

Naar Laos en weer terug - by Mehrnaz

Inmiddels al weer een paar weken verder… en we hebben weer veel meegemaakt. Maar we merken ook steeds vaker hoe vertrouwd we in Azie zijn geraakt. Natuurlijk kan het vertrouwder: zo is Naz nog steeds niet vloeiend in Laotiaans. Wie weet moeten we straks wennen als we naar Nederland komen.

Er zijn een aantal dingen die we heel graag van Nederland hier zouden willen implementeren:

-Bijvoorbeeld de fantastische gladde, rechte, goed onderhouden wegen van Nederland. Nog nooit zijn we wagenziek geweest in Nederland, maar hier… In Vietnam reden ze zo hard en agressief dat we ons hart vasthielden en spontaan gingen bidden dat we het zouden overleven. In Laos: of er is geen weg en rijd je gewoon door de modder. Heel avontuurlijk. Of er zitten zulke enorme gaten in de weg, dat we als sambaballen doorelkaar werden geschud. In Thailand naar en van Pai zaten er zulke heftige haarspeldbochten in de weg dat het busritje meer iets weg had van een achtbaanattractie, speciaal ontworpen om zoveel mogelijk mensen aan het kotsen te krijgen.

-Het Nederlandse mega drukbezette treinschema dat in vergelijking met hier echt mega betrouwbaar is. Hier is de trein standaard te laat. Het zou vreemd zijn als de trein op tijd zou zijn. Sterker nog, dat is nooit voorgekomen.

-In Nederland weet je gewoon altijd van te voren wat je staat te wachten, hoe alles gaat verlopen en dat alles volgens schema gebeurd zoals van te voren was aangegeven. Als het afwijkt is dat vreemd, vervelend of ongewenst. Hier we weten nooit van te voren wat het programma is van bv een tour of trekking en als ze dan een programma hebben gegeven is het tot nu toe nog nooit voorgekomen dat er aan dat programma gehouden werd. We weten dat zo ondertussen wel en daar hebben we ook geen enkel probleem meer mee. We laten ons meevoeren door de gebeurtenissen en vertrouwen er maar op dat het ze het goed zullen regelen. Maar een Nederlandse gewoonte blijft er toch er in zitten. Ook al weten we van 'Lao-time', wil Joris altijd op tijd klaarstaan. Bij de Gibbon Experience stonden wij kwart voor 6 al klaarwakker, aangekleed en wel naast ons bed omdat de gidsen om 6 uur met het ontbijt zouden komen. De gidsen waren er pas om kwart voor 7 en we zouden pas om half 11 vertrekken. Nou, ik ging dus weer slapen. Ze hebben hier een mega relaxte levenshouding en leven naar hoe het komt. Maakt ook dat ze nogal een korte-termijn-visie hebben. En dat zien we in alles terug. Ze gooien bijvoorbeeld gewoon zonder nadenken waar dan ook hun afval weg. Maakt niet uit waar; of het nou de straat, de zee, een rivier of een natuurpark is. Als je in een restaurant bv zegt dat je vegetarisch bent, en dan ook nog de vertaling weet zodat ze het wel moeten snappen, dan komen ze aan met vis, want vis is geen vlees. En zelf al zeg je 'geen vlees, geen vis, geen melk, geen ei', dan is er geen mogelijkheid om van het menu af te wijken. Al was het alleen maar om soyasaus te gebruiken ipv vissaus. Of slagroom in de koffie te doen (dat kan blijkbaar echt niet!) Bv ze doen autogordels alleen aan als ze een politiewagen tegenkomen en als die voorbij is, snel weer uit. En dan hoeft alleen de chauffeur een gordel aan. Waarom? Omdat hij de chauffeur is en de politie anders een boete geeft. Logisch nagedacht. Ook zagen we mega veel winkels waar ze voor een habbekrats prachtige antiekwaren verkochten. Spullen die wij met zorg in een museum zouden plaatsen. Oude historische gebouwen werden gewoon gesloopt voor nieuwe wegen. Geschiedenis hoort bij het verleden en daar hechten ze niet echt waarde aan en de toekomst weet je niet dus kun je het ook niet plannen. Dit maakt overigens wel dat de mensen erg in het 'nu' leven. De mensen lijken vele malen relaxter en gelukkiger dan de mensen in Nederland.

Er zijn ook een aantal dingen die we dolgraag zouden willen implementeren in Nederland:

-De vertrouwde gekko's die je altijd en overal op de muren ziet. Ze geven je gelijk een vertrouwd thuisgevoel en ze vangen alle muggen, spinnen en vliegen. Bovendien zijn ze veel milieuvriendelijker dan alle andere insectenbestrijders. -Dieren lopen gewoon vrij rond hier door het dorp. Kipjes, eendjes, varkens, geiten, honden, koeien. Super gezellig. Koeien op de weg leek ons echt een briljant plan, want automobilisten moeten dan wel rustiger rijden. Hetgeen de verkeersveiligheid bevorderd en ook nog mensen de kans geeft om even te ontspannen. Voor de koeien zou het ook geweldig zijn, want zij kunnen nu vrij rondlopen in plaats van opgepropt te zitten in een fabriekshal. Voor de staat en de belasting levert het ook voordelen op, want ze hoeven de berm niet meer bij te maaien. Briljant.

-Met stokjes eten. Daar zijn we nu wel echt gedreven in geworden. we moesten wennen toen we weer bestek zagen. Met stokjes eet je veel bewuster en langzamer, waardoor je eerder door hebt dat je genoeg hebt gehad. waardoor mensen precies genoeg eten.

-Bananenbladeren als verpakkingsmateriaal. Zowel de lunch van sticky rice, als saus, als brood, als friet, nou ja.. eigenlijk alles behalve soep, kun je in bananenbladeren verpakken of opdienen. Ze maken er een mooi bootje of puntzakje van, eten erin, dichtvouwen, prikkertje erdoor: tadaaa. Vele malen gemakkelijker te produceren dan bedrukte papiertjes en kartonnetjes en natuurlijk afbreekbaar.

-Alles-is-oké-houding. Mensen zijn hier zo tevreden met wat ze hebben, ook al hebben ze niets. Misschien ook omdat ze niet weten wat er nog meer is. maar misschien ook omdat ze niet helemaal zijn geïndoctrineerd door de consumptiemaatschappij.

Nieuwe foto's en een filmpje!!!

We hebben het overleefd! We zijn over valleien gevlogen met 700 meter lange kabelbanen honderd meter boven de grond over rivieren aan een draadje gebungeld; wild life getrotseerd, doodangsten uitgestaan wanneer we de afgrond in staarden... Maar het was geweldig! Zie de video

Thailand vervolg - by Joris en Mehrnaz

De stad Chiang Mai is een geweldige stad in het noorden van Thailand waar veel cultuur is te vinden in de vorm van handwerkkunst. In het centrum van Chiang Mai zijn vele art cafeetjes/shops en tribe-souvenir shops. Heerlijk. We vermaken ons hier goed mee en komen helemaal tot rust als we lekker ergens zitten waar we aan het tekenen of schrijven zijn.

Naast het heerlijk relaxen hebben we ook een jungle trekking van drie dagen gedaan. In het bergachtig gebied tegen de grens met Myanmar hebben we door de jungle getrokken waarbij we de eerste nacht op een heuvel bij de Lahu tribe sliepen. We hadden een prachtig uitzicht over de heuvels en de vallei vanaf het bamboeterras. Er was geen elektriciteit of stromend water. De douche was dan ook niet meer dan een rieten hokje met koud water, vanwaar je over de vallei uit kon kijken tijdens het douchen. Mehrnaz vond het helemaal geweldig (voor 2 dagen). In het dorp waren de kinderen aan het spelen met elastieken. We hebben lang zitten kijken omdat ze zeer creatief een uitgebreid spel met deze elastieken hadden. Op de tweede dag hebben we een tweede jungle trekking gedaan waarbij we langs verschillende watervallen kwamen waar we konden zwemmen. De bossen zijn echt ongelooflijk mooi, met verschillende soorten planten/bomen/bamboe en dieren. Tijdens het wandelen was onze gids nog heel erg geschrokken van een slang die over het pad kwam glijden. Heel professioneel, want hij was niet giftig en we hadden graag een foto gemaakt. Aan het einde van de dag kwamen we bij een grote rivier waar we konden bijkomen van de tocht. Op de derde dag liepen we onze bamboehut uit om te gaan ontbijten. Tot onze verbazing stonden er opeens zeven grote olifanten op het terrein. Ze waren net aangekomen vanuit het olifantenkamp verderop. En die beesten zijn echt indrukwekkend. We waren zo erg onder de indruk van de olifanten dat we eigenlijk helemaal niet dichtbij durfden te komen. Mehrnaz en ik mochten samen op de moeder olifant zitten die een klein baby-olifantje bij zich had. De tocht op de olifant ging langs de rivier met soms steile stukken en rotsblokken op het paadje. Maar de olifant liep met gemak over dit parcours heen. Na de tocht zijn we nog even bij de olifanten gebleven. Vooral het babytje wilde we met ons spelen. Maar ja, ook de babyolifant was mega sterk. Moeder olifant stond er rustig bij en keek of de baby geen gekke dingen deed. En echt hoor, als de baby ons omver probeerde te duwen 'zei' de moeder er wat van. Daarna hebben we afscheid genomen en zijn we met een raftboot de rivier afgevaren. Toen we in rustigere wateren kwamen stapten we over op een bamboeboot. Dit was een leuke afsluiter van de jungletrekking.

Drie dagen Bangkok, waar het reisgezelschap bij elkaar kwam voor de verjaardag van Dave. We waren blij elkaar weer te zien en hadden elkaar veel te vertellen. Dave had een geweldige tijd gehad op de boksschool maar vond twee weken wel genoeg. Hij had nog nooit zoveel gezweet tijdens het sporten. Wij vertelden onze verhalen, waarna de avond in viel en we op stap gingen in Bangkok. met een groep van het hostel zijn we naar een club op Khoasan Road gegaan. Hier werd Dave om twaalf uur door iedereen gefeliciteerd en kreeg hij taart en tequila om zijn verjaardag te vieren. De nacht was nog lang en dat merken we de volgende dag. We waren nogal brak, alleen Mehrnaz was fit (die had geen alcohol op) en heeft ons door de dag gesleept. We hebben zo half brak de grote Boedhistische tempel in Bangkok bezocht en door de Chinesewijk en shoppingcentrum gewandeld. Bangkok heeft echt mega grote shoppingcentra. Er komen dan ook mensen van Dubai, Singapore en Saoedi-Arabië om hier te shoppen. En we blijven ons maar afvragen waarom ze wel zulke grote shoppingcentra, paleizen en tempels hebben, maar geen daklozenopvang. Ook al hebben we al zoveel straatkinderen, prostitutie en bedelaars gezien, snappen we nog steeds niet hoe het zo oneerlijk verdeeld kan zijn. En ook als we naar ons zelf kijken: wij hebben de tijd en het geld om een half jaar te reizen terwijl anderen niet eens genoeg te eten hebben. We hebben menig gesprek gehad over hoe we de wereld anders zouden willen en hoe we daar zelf aan kunnen bijdragen. Dit ging van ronduit boos en verontwaardigd tot hoopvolle inspiratie voor een betere wereld. Het was alweer tijd om afscheid te nemen; Dave ging naar Bali en Joris en Mehrnaz gingen naar Pai. Pai leek wel een werkelijk geworden utopie. Ha fijn, ook mensen die van een betere wereld dromen. Pai is een soort hippie dorp en echt geweldig. Overal in Pai zijn bijzondere mensen en gezellig etenstentjes met een vegetarisch of veganistisch menu, zelf gebakken brood, fruitshakes en soyamelk. Met de scooter hebben we de omgeving van Pai verkend. Als je door het berglandschap rijdt zie je rijstvelden waar boeren samen bezig zijn hun land te bewerken en op de achtergrond steken de bergtoppen door de wolken. Dit gaf ons weer een heerlijk vakantiegevoel. Door de groene bergen, rijstvelden en prachtige uitzichten kwamen we bij retreats, meditatiecentra, yogacentra, tempels, artcafe's, hotsprings en watervallen. Bij de watervallen zijn we even gaan afkoelen.

We zijn ook nog even naar Mae Hong Son geweest, dit ligt vlak tegen de grens met Myanmar, wat wel te merken was. We moesten namelijk twee keer door checkpoints heen van het Thaise leger. In Mae Hong Son woont Paula die Mehrnaz kent van Expressive Arts therapy course. We ontmoetten Paula en haar vriend Francesco in een klein artistiek restaurantje. Paula geeft Peace building en Human rights lessons aan Burmeese vluchtelingen door middel van kunsten. Want hoe kun je iemand leren over vrede als diegene met heel veel woede zit. De dingen die Paula en Francesco zeiden waren zo inspirerend. Zij zaten met dezelfde onvrede over de wereld en dezelfde vragen over hoe en waarom en hoe zelf een verandering te maken. Voor we het wisten zaten we in vurige gesprekken en vergaten dat we misschien ook een keer eten moesten bestellen. Plots tikte een meisje ons aan. Ze was voor een paar weken in Azie om foto's te maken voor een organisatie Travel to Teach en ze had geen idee waar ze moest beginnen. Hoe mooi hoe mensen kunnen samen komen.

Weeshuis in Buriram

Het stadje genaamd Buriram, dat geen toerime aantrekt en waar achtergebleven westerlingen samen met hun Thaise vrouw een cafe, restaurant of weeshuis beginnen, was echt een slechte start om Thailand mee te beginnen. Amerika heeft haar stempel op het land gedrukt door het als uitvalbasis te gebruiken voor de soldaten die in Vietnam aan het vechten waren. Voornamelijk was Pattaya, waar Dave nu zit, de rustplek voor de soldaten. Maar ook in Buriram lijkt het soms net of je in Amerika bent. Vooral grote pick-upwagens, grote reclameborden, grote verpakkingen en dikke Amerikanen zijn in het straatbeeld duidelijk aanwezig. De Thaise cultuur is zich gaan richten op deze inkomstenbron. Je ziet dan ook veel Thaise vrouwen die op zoek zijn naar westerlingen, in de hoop dat ze verzekerd zijn van een rijk leven. Gelukkig heb ik Mehrnaz altijd bij me, zodat de Thaise vrouwen en ladyboys niet te veel aan mijn kont zitten in de discotheken. Samen met de andere vrijwilligers van het weeshuis zijn we een paar keer wat gaan drinken en EK kijken in de bars en discotheken. Het is echt totaal anders stappen dan in Nederland. Hier staan overal tafels en stoelen of staantafels waar iedereen aanhangt of soms een dansbeweging maakt. Helaas worden de dansbewegingen vaak gemaakt door de ladyboys wat Mehrnaz en de andere dames juist wel fascinerend vonden. soms vroeg je je af of je niet per ongeluk in een stripclub was beland, omdat de danseressen wel heel sexy dansten.

We waren niet alleen maar aan het socializen met de andere vrijwilligers. Ook hebben we meegeholpen met het schilderen van de lokalen waar de weeskinderen les krijgen. Verder was een groep Thaise werknemers een muur om het terrein aan het bouwen, omdat de toiletruimte die vorig jaar gebouwd is door vrijwilligers, is gestript door dieven. Wij hebben deze Thaise werknemers meegeholpen met de muur wat erg leuk was om te doen. Daarnaast heb ik nog, zo ver dat kon, een plattegrond van het terrein getekend. Overleggen met Roger Walker, de oprichter van het weeshuis, was niet echt mogelijk. We hebben vaak naar Roger proberen te luisteren maar dat was moeilijk vol te houden. Hij is een veelprater waardoor het werken en de structuur weg is gevallen bij hem. Een Nederlandse man die zijn eigen Resort en pizzeria in Buriram heeft noemde Roger Walker: Roger Talker. Hij was zo slaapverwekkend dat je automatisch moest gapen als je naast hem zat en probeerde te volgen wat hij allemaal zei. De andere vrijwilligers probeerde zelfs zo ver mogelijk van hem af te zitten zodat ze niet een heel verhaal over zich heen kregen. Hij zei soms wel goeie dingen maar het meeste ging over hem zelf en over de triomfen van zijn leven. Hij stelde nooit vragen aan de vrijwilligers of had door dat de ander niet meer aan het luisteren was. Dit zorgde ervoor dat de inbreng van ideeën moeilijk was. De vier Belgen die al 2 maanden daar werken hadden het zwaar gehad. Ze hadden iets anders verwacht toen ze naar Thailand kwamen. Het werken aan het weeshuis is nobel maar door de chaotische organisatie van Roger was het minder motiverend om voor hem te werken. Mehrnaz wilde graag de tien getraumatiseerde kinderen bij Roger thuis helpen maar het ontbrak zo erg aan structuur dat er geen beginnen aan was. We vonden het zelfs zielig dat de kinderen totaal geen professionele hulp krijgen en zelfs soms alleen thuis ronddwaalden omdat Roger en zijn vrouw weg waren. Daarbij was het huis ongelooflijk smerig en liepen er overal mieren over de vloer, waar de kinderen en vrijwilligers tussen moesten spelen, eten en slapen. Gelukkig hadden wij een eigen slaapplek in het resort verderop. De andere vrijwilligers dachten precies hetzelfde over de situatie rond Roger waardoor Mehrnaz en ik overtuigd waren over het feit dat we hier niet op de goede plek waren om onze diensten in te zetten. Dus zijn we tegelijk met de vier Belgen met de bus vertrokken naar een andere plek. De Belgen gingen nog een weekje bijkomen op het zuidelijk gelegen eiland Ko Samui en wij gingen naar Chiang Mai.

De dag voor vertrek was er een Dancercise waar het weeshuis aan meedeed. Hier hebben we nog de tijd voor genomen om mee te maken. Er waren ongeveer 15 scholen die aan de wedstrijd mee deden. Wij waren eregasten en mochten naast de directie en de burgemeester plaatsnemen om naar het spektakel te kijken. De klassen deden omstebuurt hun act, wat erg leuk was om te zien. Na de Dancercise gingen we afscheid nemen van de weeskinderen op school en hadden we nog een etentje met de directie van de school. Dit was voornamelijk voor de vier Belgen die er twee maanden gewerkt hadden. Naz en ik zaten al met onze gedachten bij Chiang Mai.

De bus naar Chiang Mai was en soort rijdende diepvriezer met alle luxe die je maar kan verzinnen. Je kreeg een klap van de warmte in je gezicht als je de bus uitstapte. Ik zat met een sjaal maar gelukkig kregen we ook een warme deken. En dan te bedenken dat het buiten de bus 30 graden is, lekker inefficiënt. Chiang Mai is nu al rustgevend omdat we geen door ratelende Roger om ons heen hebben. Heerlijk, op naar de olifanten!

Cambodja vervolg - by Mehrnaz

Kampot

In Kampot regende het zo hard, het regenseizoen was begonnen in heel zuidoost Azie, dat we eraan dachten onze reisplannen geheel te herzien. We hebben een beetje rondgelopen in de regen, een voetbalwedstrijd gezien van de lokale clubs (Dave vond dit echt geweldig) en zijn toen maar weer snel vertrokken.

Iedere keer was het vervoer een hele belevenis. Van Kampot naar Sihanoukville dachten we een goede taxi te hebben geregeld. De man spreek niet veel engels dus we kunnen niet even vragen wat de bedoeling is. Rijdt de taxichauffeur ergens heen, haalt iemand op, die komt erbij. Nu zitten we met 5 in de auto, niet ruim, maar wel oké. Haalt hij vervolgens nog 2 mensen op, die er ook bij moeten. Zeer knus. De chauffeur kon niet goed zien, dus kon hij het adres dat we hem gaven niet lezen. We werden toen ergens in Sihanoukville gedropt.

Sihanoukville

Het is een zeer toeristisch stadje aan het strand waar veel strandtenten zijn, veel hostels, clubs, veel souvenirwinkels en veel happy pizza’s. Maar ... het was compleet uitgestorven door de regen. Het zag er zeer triest uit. Zodra een verkoper (volwassen of kind), restaurant manager, bedelaar, of wie dan ook je zag (en ja we zijn nog steeds goed te herkennen) werden ze zeer fanatiek in je proberen binnen te halen en geld te krijgen. Word je ook niet vrolijk van.

Bamboo eiland

Van Sihanoukville konden we de boot nemen naar Bamboo eiland. Daar was het stralend weer. zon, zee, strand. Omdat het regenseizoen was begonnen waren er maar weinig mensen. We hadden het strand dus helemaal voor ons alleen. De staf die er was, was overigens nog al relaxed, want het was daar blowingparadise. Ze begonnen al om 12 uur met blowen. Moest ook wel om high te worden want er zat niet veel in die joints. De rest van de dag deden ze vrij weinig.

Wij waren druk in de weer. Wij bouwden zandkastelen alsof we aan het werk waren. Joris legde een soort kikkerbadje aan, maar met al dat zand was het meer een modderbad. Joris had de grootste lol met modder gooien naar Dave, die zandvrij probeerde te worden. hahaha

Verder: schelpenkettingen maken, koraalmobiles maken, beetje zonnen, beetje zwemmen, beetje in de hangmatten liggen, Dave ingraven. Dat was het wel. Heerlijk even bijkomen.

We hadden ons privé bamboohut op het strand. Privé op alle beesten na dan. ‘s Avonds kwam er een kat langs, Pringles, die soms ook dacht dat hij in ons bed mocht liggen. Nee dus! Wij hadden die kat steeds heel diervriendelijk weggejaagd. Tot we op een avond Pringles hoorden rondspringen... Had hij een mega grote rat gevangen in onze hut! Vanaf toen waren we grote vrienden met katten.

Terug naar Sihanoukville kwam ons kleine bootje in een storm. Ook een hele belevenis. Dave heeft het niet meer zo op boten. haha.

Koh Kong

In Koh Kong zijn we naar een mangrove geweest waar het behoorlijk scary was. Er waren allemaal vreemde moerasbeesten en het was donker dus schrokken we iedere keer op van het geritsel of geplons naast ons.

Ook hebben we een jungletocht gedaan naar een grote waterval. In de jungle hebben we weer een groot dier op ons lijstje: Dave was bijna in het web van een mega grote spin (15 cm) gelopen en Joris was doodleuk langs een giftige slang gelopen. Om bij de jungle te komen moesten we weer in een heerlijk onstabiel bootje. Daar was Dave natuurlijk heel blij mee. Joris en ik vonden het dan ook vooral leuk om de boot extra te laten schommelen en Dave nog blijer te maken.

Van Koh Kong zijn we terug naar Phnom Penh gegaan. Het was net die dag verkiezingen. Maar de Cambodian People Party zou waarschijnlijk gaan winnen. De CPP zijn de ex-leden van de Khmer Rouge. De CPP is met wagens vol mensen naar het platteland gegaan en heeft de mensen, die geen flauw idee hebben van politiek of wat er in het land aan de hand is, geronseld. Mensen hebben hier niet altijd een tv of krant. Toch wel interessant om mee te maken. Iedereen die gestemd had, moest zijn vinger dopen in de zwarte inkt. zodat ze niet nog eens konden stemmen. Op deze manier kon iedereen stemmen, want de meesten zijn niet ingeschreven en ze hebben al helemaal geen adressen. Heel anders dan in Nederland.

Siem Reap

Leuke busreis naar Siem Reap. 5 jaar geleden was het 14 uur met de bus van Phnom Penh naar Siem Reap. Wij hadden een busje die het in 4 uur kon. en hij reed HARD!

Beetje eng en jammer dat hij zo snel ging, want het platteland van Cambodja is zooooo mooi. Weer kwamen we alle leuke wagens tegen. Alleen was een foto maken echt onmogelijk.

Siem Reap hadden we een heel relaxed hotel gerund door een vriendelijke Engelsman. Het gebouw alleen al was mooi. We zaten dan ook graag op het balkon bij de schommelbank en het prachtige uitzicht over de palmbomen of konden film kijken met de beamer. De eerst nacht was vooral leuk. Toen hadden we heel economisch gekozen voor de goedkoopste kamer zonder airco. Na veel gescheld van Dave en veel gelach van mij (Joris lag na 5 minuten gewoon te slapen) kwamen we erachter dat we toch wel een beetje extra centen over hebben voor nachtrust.

Omdat in Siem Reap veel backpackers komen, zijn er veel voorzieningen voor toeristen. Dus zijn we voor het eerst in 2 maanden echt uit geweest, Joris en Dave hebben een pedicure gehad van 100 kleine visjes en Mehrnaz en Joris hebben een heerlijke massage gehad.

Angkor

Siem Reap ligt ook vlakbij Angkor. De stad Angkor was van 800 tot 1225 de hoofdstad van het Khmer-rijk. De tempels van Angkor werden in opdracht van de koningen die toen regeerden gebouwd. en er zijn veel tempels. Na drie dagen hadden we nog steeds niet alles gezien. Jaren lang zijn de tempels verlaten en onontdekt geweest. De jungle heeft het toen overgenomen. Waardoor de tempels deels zijn ingestort en deel begroeid met de meest vreemde en mooie bomen. In 1860 werd de stad Angkor herontdekt, maar helaas was ze tot die tijd veelvuldig geplunderd. Ten tijde van Khmer Rouge heeft Pol pot ook nog opdracht gegeven om nog meer te verwoesten. Dat is nu te zien aan de boeddha’s die een hoofd missen en dat de boeddha’s op de muur weggekrast zijn. Nu zijn ze bezig de tempels te herstellen en is het open voor publiek.

We zijn ook naar Beng Mealea geweest. Zeker een tip voor de mensen die in Cambodja reizen. 2 uur rijden met de tuktuk heen en 2 uur terug. Konden we nog een keer het prachtige land zien. Beng Mealea is niet zo heel bekend bij de toeristen en is nog niet zo veel gerestaureerd. De tempel was dus ook grotendeels ingestort en de jungle had de tempel overgenomen. Super mooi. We leken we ontdekkingsreizigers die deze tempel voor het eerst betraden.

De tempels zijn vrij groot, waardoor we na een dag al weer een chill dag nodig hadden om alle indrukken te verwerken. Daarbij kwam dat Dave al twee maanden af en aan de schijterij was (slingerschijt, racekak, en zo had hij nog meer woorden ontwikkeld). En dat hakt er wel in. Hij was inmiddels al 10 kilo afgevallen. Gelukkig had ik zo’n handig ‘hoe blijf ik gezond in de tropen’ boekje bij me, waarin ik kon opzoeken wat er aan de hand kon zijn. Na een lange discussie en beetje aandringen, stemde Dave er uiteindelijk mee in. Gelijk de volgende dag, ook mijn verjaardag, zijn we naar een arts geweest, wie toevallig een Nederlandse arts was. Handig. Dave hoefde alleen 4 grote pillen achterelkaar te slikken en hij was binnen 24 uur weer beter. Dat was het mooiste cadeau dat ik kon krijgen.

Splitting en welkom in Thailand

Dave was net op tijd beter om voorbereid te zijn op de Thaise boksschool waar hij 2 dagen later heen ging. Hij gaat 2 weken trainen in Pattaya.

Joris en ik vertrokken 2 dagen later naar Buriram (Thailand) om een tijdje te gaan werken bij een weeshuis. Er ging geen direct busje naar Buriram dus moesten we eerst naar Nakhon Ratchasima en daar een nachtje blijven om vervolgens op de volgende bus te stappen. Het vervoer naar de grens was natuurlijk weer heel vaag en chaotisch. We moesten bij de grens ons ticket afgeven, kregen we een sticker opgeplakt. Dat was nu ons sticket.

Bij de grens duurde alles bij elkaar 4 uur. Ondertussen leuk kunnen kijken hoe het daar aan toe gaat: chaotisch en vaag. Zien we eerst twee enorme vrachtwagens volgepropt met varkens. Kwam een vrachtwagen achteraan, volgepropt met... even goedkijken... oh my god... mensen. Het leek wel de 2de WO. dat waren Cambodjanen die over de grens probeerde te komen zonder paspoort of verblijfsvergunning.

Wij mochten weer in het volgende busje stappen. Nog een uur wachten op ons volgende vervoer. Het was een soort pickuptruck met kooiconstructie. Toen in de bus naar Nakhon Ratchasima. Maar onderweg zien we een bus met Buriram erop. Wij zijn snel uitgestapt, tassen eruit, overgestapt en 5 uur later waren we in Buriram. we waren doodmoe en het was al laat. Dus vroegen we een tuktukdriver ons naar een hotel te brengen. Ik wachtte in de tuktuk tot Joris het hotel had checkt en de onderhandelingen had gedaan. Kwam er een man naar mij toe. Ik heb geen idee wat hij wil, maar ik ben inmiddels gewend bij alles heel resoluut “No thanks you sir” te zeggen. Ik kijk naast me. Staat er een olifant naast mij! De man was zijn huisdier aan het uitlaten. Ik knipperde nog eens met mijn ogen en dacht dat het een droom was. De man vroeg of ik de olifant wilde voeren (tegen betaling natuurlijk) Ik keek hem aan... keek naar de olifant. Keek nog eens... meent-ie dat nou?

Joris komt terug om te zeggen dat het hotel oké is. Ik vertel, nog steeds vol verbazing, dat er net een olifant over straat liep. Joris kijkt mij aan... meent ze dat nou?

Cambodja - by Mehrnaz

Tja we hadden al een paar mooie lange verhalen geschreven. maar de iPhone van Joris had het te warm gekregen en werd niet meer wakker. Weg verhalen. nu dus even opnieuw:

We zijn aangekomen in Cambodja. Het is hier echt heel anders dan Vietnam. Sowieso was het een hele verademing dat we niet meer overal waar we kwamen werden aangestaard en foto’s van ons gemaakt. We begonnen ons net superhelden te voelen.

Zo zaten we bv. in Ninh Binh Vietnam in een klein restaurant (en de restaurant hier zijn anders dan in NL. meer het type vreetschuur). we zaten heerlijk rustig te eten, heel erg ingeburgerd met stokjes. Ik ook nog incognito met mijn Vietnamese hoed. Komen alle voorbijgangers om ons heen zitten en kijken naar ons. als een soort publiek. nou dan smaakt je eten wel anders. En het mooiste is als we opstaan. Alsof we reuzen waren, keken die hoofdjes omhoog en vielen de mondjes open. We begonnen ons al als sterren te voelen door al dat nakijken. Maar dat doen ze hier niet meer in Cambodja. De Cambodjanen zijn echt veel relaxter. Het eerste wat opviel was dat er niet de hele tijd getoeterd werd. zodat we nu ook op straat elkaar kunnen verstaan. fijn.

Nu we al zo lang in Azie zijn, zijn we inmiddels wel gewend aan de koude douches, het vezelloze eten en dat je iedere keer echt geen idee hebt wat er gaat gebeuren maar dat ze het op een chaotische vage manier wel regelen, aan de beesten, etc. We kijken ook niet meer op van de vieze markten en stappen nu ook zonder wantrouwen een mega verdacht eettentje binnen. Want nu weten we dat juist bij die eettentjes het eten mega vers is en super lekker en goedkoop (soms 2 dollar voor ons 3en).

Waar we wel behoorlijk van schrokken was hoe veel mensen er een arm of been missen en hoe vreselijk arm de mensen zijn. Door alle oorlogen is de economie geheel ingestort. Het bouwt zich nu niet echt op door de vele corruptie.

Weet iemand iets van de geschiedenis van Cambodja? Cambodja is blijkbaar het land met de meeste landmijnen. Even van wikipedia:

“Tijdens de Vietnamoorlogwerd Cambodja zwaar gebombardeerd door Amerikaanse B-52-bommenwerpers die de Vietcongen de Ho Chi Minh-routeals doel hadden. Cambodja was na Laos zelfs het zwaarst gebombardeerde land in Zuidoost-Azië, er vielen naar schatting 600.000 burgerslachtoffers. In 1970 vielen Amerikaanse en Zuid-Vietnamesetroepen Cambodja binnen om aldaar gelegerde Vietcongtroepen aan te vallen. In 1975wierp de Rode Khmerde regering van Lon Nolomver en kwam aan het bewind. Ze oefenden een waar schrikbewind uit en vermoordden tussen 1,5 miljoen en 2,5 miljoen mensen (schattingen zijn zo laag als 800.000 (bekentenis Pol Pot) en zo hoog als 3 miljoen (Vietnamese bronnen)). Dit was ongeveer 25% van de Cambodjaanse bevolking.

In 1978vielen de Vietnamezen Cambodja binnen, nadat de laatste het zuiden van Vietnam was binnengevallen. Hierna heerste er tot ver in de jaren '90 van de 20e eeuw een burgeroorlog die uiteindelijk resulteerde in de overgave van de laatste Rode Khmer-guerrillero's. Van 1991 tot 1993 was het land onder bestuur van de Verenigde Naties (UNTAC). In mei 1993werden er voor het eerst weer verkiezingen gehouden. De situatie bleef echter tot in 2003onstabiel.”

Joris en Dave zijn naar de Killing fields geweest en naar het Genocide museum. Ik kan jullie er niets over vertellen, behalve dat de verhalen zo afschuwelijk waren, dat ik ze niet wilde horen.

De sporen van de oorlogen zijn nog duidelijk te zien. Al is het alleen maar door alle straatkinderen die bij ons komen bedelen om geld of eten of zelfs melk voor hun babyzusje die ze bij zich hebben. Daar was ik wel ondersteboven van en nog steeds weet ik niet wat ik met ze aan moet. Straatkinderen... zucht... en straatkinderen zijn hier echt veel. Maar soms zijn het ook gewoon kinderen die van hun ouders moeten bedelen voor extra inkomen of zijn de kinderen geronseld door iemand die kinderen laat bedelen en het kind het af moet geven in ruil voor ‘bescherming’. Het is blijkbaar een hele business geworden. De kinderen is precies geleerd hoe ze moeten doen. nee sterker nog: de kinderen wordt weinig eten gegeven en geslagen zodat ze er zieliger uitzien. Zodra ze iets aan eten of geld hebben gekregen, brengen ze het snel naar hun dealer om niet geslagen te worden. Zo hebben we gehoord. Het is echt ongelooflijk.

Het eerste jongetje dat we zagen (in Phnom Penh) sprak super goed engels en kon heel zielig kijken. Wij wilden net een drankje doen in de stad, komt zo’n droppig kindje ons volgen en zegt dat hij niet te eten heeft. Ja... als we een drankje kunnen kopen, kunnen we ook eten voor hem kopen... Dilemma waar we het veel over hebben gehad. We zijn die avond bij Friends gaan eten. een NGO (Non Governmental Organisation) waar ze de straatkinderen onderdak en een opleiding geven. De jongeren worden opgeleid in het restaurant tot chefkoks, obers/serveersters, hotelmanagers. We kunnen eerlijk waar zeggen: het was het beste en lekkerste eten dat we tijdens onze reis hadden gehad. En om thuis nou ook dit heerlijke eten te kunnen maken hebben we het kookboek gekocht: From spiders to waterlilies.

Pnom Penh

In Pnom Penh (de hoofdstad van Cambodja) hebben we een hoop gezien, maar het leukste was de fietstocht in de countryside. we reden door alle ienimini dorpjes waar alle kinderen zwaaiend kwamen aanrennen “HELLOOOOO!!!! HELLOOOO!!!”

Nadat we nog even een tempel hadden bezocht kregen we een uitgebreide lunch. en weer kregen we de schok van de armoede. Zodra we klaar waren met eten, kwamen de kinderen en aten alles wat over was. Ze aten als hongerige honden. Ondanks ze zo veel honger hadden, deelden ze alles met elkaar.

De eerste dagen waren voor mij redelijk schokkend, maar inmiddels kan ik ook genieten van de schoonheid van het land. De mensen zijn zo aardig en relaxed. Vooral de countryside is echt prachtig en onwijze leuk om doorheen te rijden. Er komt vanalles langs: record aantal mensen op een scooter, scooter met giga aanhanger, pickup truck vol met mensen (zelfs met een soort uitbouw zodat er meer mensen bij kunnen), een scooter met aanhanger met een koe erin, een scooter met twee levende varkens (en dan echt zo grote varkens dat we eerst dachten dat het een paard was), koeienwagens, taxi’s waar het dubbele aantal aan mensen inzit wat toegestaan zou zijn in Nederland, waterbuffelkarren, etc etc... Ik vind het nog steeds prachtig.

De beesten hier zijn ook nog steeds bijzonder. zo heb je hier kippen die meer op kleine dinosaurussen lijken. Ze zijn kaal en ze lopen ook op het strand. En mieren heb je in alle maten en ook de microscopisch kleintjes kunnen mega hard bijten. Gekko’s zijn altijd overal op de muren en plafonds, dat ik ze nu gewoon afgezaagde beesten vind. Het is hier ook niet heel vreemd als je een kakkerlak in de keuken, restaurant of je badkamer tegenkomt. We gilden het eerst nog uit en gluurden voorzichtig door de deur de badkamer voordat we naar de wc gingen. Maar ook daar raak je aan gewend.

Op Bamboo eiland hebben we de meeste beesten gezien. als je naar de wc wilde, niet meer dan een hokje met een improvisatorisch soort van Frans gat in de grond, moest je eerst oppassen dat je niet op een krab ging staan op je weg naar de wc, en bij de wc werd je aangestaard door een pad van het formaat tennisbal of een hagedis waarvan je niet weet of hij mij aan het besluipen om op te eten of gewoon stil zit.