Twee dagen hebben we door de enorme Mekong delta gereisd. De Mekong delta is groter dan Nederland en groeit elk jaar met 80 meter door het zand wat mee gevoerd wordt vanuit de hoger gelegen gebieden
zoals Tibet waar de Mekong ontspringt. Als we over de weg reden passeerden we heel veel bruggen, soms zelfs bruggen van anderhalve kilometer lang. Het grote water wat onder de brug doorstroomde was
erg indrukwekkend. En dan te bedenken dat de Mekong op nummer tien staat van langste rivier in de wereld en dat er dolfijnen in zwemmen. We keken onze ogen uit en kwamen op verschillende bootjes te
zitten. De eerste dag was erg toeristisch en werden we echt aan de lopende band op kleinere bootjes gezet die de smallere wateren invoerde. We bezochten een imkerij, kokossnoepjes makerij, noodle
makerij en kregen lokaal fruit te eten met achtergrond muziek van de lokale band. We sliepen in super toffe bamboe hutjes met uitzicht op het water en kregen een cursus Vietnamese spring rolls maken.
De volgende dag hebben de drijvende markt bezocht. Dit was echt super gaaf om te zien hoe allemaal bootjes volgepakt met groeten en fruit rond vaarden om hun waar te verkopen. Sommige boten kwamen
van 100 kilometer ver hier heen varen om hun waar te verkopen en bleven dan net zo lang tot ze alles verkocht hadden. We hebben ook nog een krokodillen kwekerij bezocht waar Dave en Joris met een
hengel waar een stuk vis aan zat de krokodillen konden voeren. Nou ja, we hadden meer lol in het visje net iets te hoog houden zodat de krokodillen er net niet bij konden. Ook hebben we
krokodillenvlees gegeten. Met een busje dat als een gek door het verkeer reed kwamen we steeds dichter bij de Cambodjaanse grens. We sliepen op een drijvend hotel en bezochten nog een eiland waar
Cham mensen leven. Mehrnaz vond het geweldig en wilde op het eiland tussen de spelende kinderen blijven. Maar we gingen op de speedboat naar Cambodia. Bij de grens was bet heel vaag. We gingen van
boord en kwamen bij een klein dorpje waar een paar mannen in uniform een beetje zaten te chillen. We moesten even op een bankje op een plein wachten en even later kwam onze gids terug met onze
paspoorten met visum. Eenmaal op de boot terug proosten Dave en Joris op de binnenkomst in Cambodja met Cambodjaans bier. Na drie uur varen kwamen we in Phnom Penh aan, een nieuw land waar we de
aankomende tijd van mogen genieten. Ohja het waren een beetje intense drie dagen voor Dave. Hij was eerst helemaal down omdat hij zijn iPod was kwijtgeraakt en de volgende dag was hij in de zevende
hemel want Willem II promoveerde naar de Eredivisie.
Hue Een stad waar niet zo denderend veel te beleven is. Het enigste indrukwekkende was het oude centrum waar olifanten liepen. De omgeving van Hue is daarentegen erg mooi. We hebben het gebied
verkent met een aardige Vietnamese opa. Ik achter op z'n geliefde motor, Joris en Mehrnaz op de scooter. We hebben een mooi rit gemaakt en veel pagodes/tombes gezien. Die tombes zijn echt bizar! Met
name als je je realiseert dat er mensen dood zijn gegaan bij het maken van z'n tombe (grafmonument, ter grote van meerdere voetbalvelden). 'Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in'. De
opa beviel ons der mate goed. Dat we de busticket hebben verscheurt en op de tweewielers naar Châm Island zijn gegaan. Een erg mooie rit. Volgens 'Top Gear' een van de mooiste wegen door Vietnam. Met
de wind door de haren reden we door schitterend landschap. Onderweg stopten we om verkoeling te zoeken, in de vorm van stranden en een waterspring. De temperatuur is, sinds we in Vietnam zijn,
overdag niet meer onder de 35 graden geweest. Châm Island Mijn mooiste ervaring tot nu toe! Via internet hebben we contact kunnen leggen met Paul. Ik kan een heel verhaal over die man schrijven maar
komt er op neer dat het een vegan is en in aanraking is gekomen met de eilandbewoners. Na een bootrit van 2 uur kom je aan bij het eiland. Het eiland is ongeveer net zo groot alsTexel. Er wonen 160
families, komt neer op 500 inwoners. Alles draait om vissen, zowel man en vrouw zijn dag in dag uit bezig om zoveel mogelijk vis binnen te halen. Ieder van ons kreeg een gezin toegewezen. Ik kreeg
vader; Luc en moeder; Nam. De kinderen woonden niet op het eiland, dochter (19) was monk (vrouwenpagode) en zoon (20) woonde in Hoi An. Het communiceren bestond uit gebarentaal en gebrekkig Engels.
Maar al snel voelde ik me thuis, kreeg klap op m'n kont van Nam en Luc liep stoer met un willem-2 pet op z'n kop. Om een beetje feeling te krijgen over de situatie. Zie het als een luxere variant van
het programma 'groeten uit de rimboe'. Op het eiland heerst een hele relaxte sfeer. Ons kent ons, iedereen kende iedereen. Volgens Luc hoefde ik me nergens zorgen om te maken, de enigste
'politieagent' op het eiland was zijn broer. De dreiging kwam vanuit het leger. Deze waren aan de andere kant van het eiland bezig met 'geheimzinnige dingen'. God mocht weten wat zich daar allemaal
afspeelde. Maar de eilandbewoners hebben zich er bij neergelegd, ze hebben immers geen andere keus. De twee dagen dat we ons eilandbewoners mochten noemen zijn voorbij gevlogen. Zo heb ik voor het
eerst gesnorkeld. Ik weet niet of er iets bestaat als snorkelangst. Ik ben helemaal de controle kwijt als ik me in de grote oceaan bevindt. Kijk om de minuut achter me, kan nergens staan, adem zwaar,
etc. Kortom een drama! S'avonds ben ik ook gaan vissen met m'n gastgezin. Haha, scheet zeven kleuren stront. In het donker op een te klein houten boot, drie meter hoge golven te lijf gaan. En dat
allemaal voor een visje! Voor de rest hebben we veel gezwommen in een lege oceaan. Om vervolgens in een hangmat te ploffen en te dollen met de eilandbewoners. Echt een top ervaring! Hoi an Een
authentiek dorpje, zeg maar het Volendam van Vietnam. Vraag me niet waarom maar naast de visserij staat het dorpje bekend om de vele 'pakkenmakers'. Veel backpackers komen hier om een pak op maat te
laten maken. Ik heb het pak achterwege gelaten en godzijdank gekozen voor Châm Island. Na een dag heb je ut wel gezien hier. Nha trang Een bekende badplaats in Vietnam. We hebben dan ook alleen maar
aan het strand gelegen. Hadden we ook wel nodig! Onbedoeld racen we door Vietnam en reizen we erg veel. Voor de rest zijn Joris en ik naar een waterpark gegaan; Vinpearl. Via een kabelbaan kom je op
het eiland en ben je in het park. We hadden precies genoeg tijd om alle glijbanen af te gaan. Als twee dol dwaze kinderen hebben door het park gehinkeld. Da lat Kort samengevat; viel beetje tegen.
Eindelijk gingen we dan naar de zee met 35 graden, we hadden echt zin om te zwemmen. We werden met een busje bij het hotel opgehaald. In de bus verwelkomde een vriendelijke en zeer enthousiaste
Vietnamees ons en stelde zich voor als de gids voor de aankomende twee dagen. Met vijftien man in de bus reden we richting Ha Long Bay en kwamen onderweg langs rijst- en bananenvelden. Scooters met
achterop kippen en honden in manden kwamen voorbij rijden. Na 4 uur stapte we de bus uit en zagen een zee vol met boten en doemde de schimmen van het beroemde gebergte op. Super blij wilden we de zee
inspringen....maar het zat helemaal vol met afval. Wij balen in onze zwembroek/bikini. Met een kleine boot voerden we naar een grote boot. Nu we eindelijk uit Hanoi waren dachten we af te zijn van de
straatverkopers. Nou nee... Ze volgde je gewoon op het water met een bootje vol spullen, eten en drinken. Tja niet heel gek als je hun leefsituatie vergelijkt met ons. Eenmaal op onze grote boot,
verbaasden we ons over de luxe die op de boot was. Iedereen kreeg zijn slaapcabine toegewezen waarna we te eten kregen. Op het bovenste dek stonden ligstoelen waar Dave vooral echt zin in had om op
te liggen. Al uitrustend genoten we van het uitzicht. De oprijzende bergen uit het water kwamen dichterbij en we gingen zelfs van de boot om vervolgens een grot te bezoeken. Dit was de grootste grot
die we ooit gezien hadden. Overal in de rotsen waren figuurtjes te zien vertelde de gids. Hij wees ze steeds met een laserlampje aan. Na de grot gingen we kajakken. We konden tussen de rotsen en
drijvende dorpjes varen. De dorpjes bestonden uit blauwe huisjes waar moeders met hun kindje spelen, honden rond liepen en vaders visnetten maakte. Het was geweldig om te zien hoe de Vietnamezen hier
op het water leven. Terug op de boot gingen we naar een uitzichtpunt waar we geweldige foto's konden maken van het Unesco erfgoed gebergte met ondergaande zon. In de avond op de boot kregen we
heerlijk te eten waarna we konden gaan vissen vanaf de boot. We zagen verschillende vissen zoals vliegende vissen, een school vissen, pijlinktvissen en een babyslang. Met een bamboe hengel en een
speciale haak voor inktvissen gingen we vissen. De crew deed het voor hoe je moest vissen. Er zat een hele techniek achter en je moest vooral geduld hebben. Wij gingen het ook proberen en Joris was
er erg goed in. Hij ving de ene na de andere pijlinktvis. Dave werd gek dat het hem niet lukte en wilde toch weer proberen. Mehrnaz deed ook mee en zat samen met Dave op de rand van de boot te staren
naar de op en neer gaande haken. Opeens kwam er een enorme zeerog van onder de boot gezwommen. Dave en Mehrnaz schreeuwde van de schrik (in my defence: hij was enorm!) en zelfs de crew kwam kijken
wat er aan de hand was. De zeerog zweefde door het water maar Dave en Mehrnaz hadden een hartverzakking. Uiteindelijk ging iedereen slapen op de rustig dobberend boot. De volgende ochtend hebben we
lekker liggen genieten op het dek van de zon en het uitzicht. De boot stopte nog bij een museum op het water waar ze zeeparels kweekte. Mehrnaz mocht een schelp open maken om vervolgens de zeeparel
eruit te kunnen halen. Onze boot voer nog langs speciale rotsen waar figuren in te zien waren en kwam vervolgens weer bij de haven uit. In Ha Long kregen we nog te eten en stapte daarna de bus in
terug naar Hanoi.