Eindelijk, het was zover... Na een vlucht van 10 uur en een tussenstop van 3 uur in Moskou, kwamen we dan eindelijk in Hanoi. Dave zat 10 dagen in Hanoi tussen de feestende Engelsen te wachten op
onze komst. Joris wist al helemaal de weg en Mehrnaz keek haar ogen uit. Stoep, fietspad, snelweg...hier is dat allemaal hetzelfde en iedereen rijdt of loopt door elkaar. Tegen het verkeer in, lopen
op de snelweg, achteruit als je een afslag hebt gemist, lijnen worden genegeerd en stoplichten zijn een soort hint: groen is rijden, oranje is rijden, rood is zelf weten. Voornamelijk zijn het
motortjes/scootertjes/vespa's en fietsen. En alles kan vervoerd worden op een motor. Kippen, varkens (ja meerdere tegelijk), bananen, ananassen (en dan veeel), rijstzakken, bakstenen, bomen,
breedbeeld-tv, koelkast, zakken vol lege petflessen, kindjes bij hun ouders zonder helm, met z'n 4en op een motor, fiets ruim over het maximale laadgewicht volgeladen... En de mensen zijn helemaal
fantastisch. Heel veel hebben een mondkapje en dan wel een hippe met ruitjesprint natuurlijk. Hele hoge hakken (omdat ze zo klein zijn dachten we) en korte broekjes en bijna altijd een helm die te
hip is dat het geen functie meer heeft. Ze zijn ook vaak op de motor helemaal ingepakt. Het lijken wel cadeautjes. Ze hadden een soort kleurige hippe regenjas tegen het stof en vuilheid van straat
aan, die ook helemaal dichtgeritst kan worden tot alleen de zonnebril te zien is. En soms hebben ze dan ook een hip mondkapje of hebben ze een veredelde burka over hun hoofd, waardoor je alleen nog
een zonnebril ziet. Tegen de zon of het stof. Nou ja, zon...door de smog is de zon niet heel fel. Desondanks is het wel bloedheet en vochtig. Soms echt niet om uit te houden.
De laatste stad van China genaamd Nanning was wederom weer een miljoenen stad waar ons hostel in een van de nieuwbouw torens zat. Het was een nieuw en rustig hostel waar weer veel Chinezen zaten.
Wederom kregen we weer ei bij het ontbijt, waar we nu echt genoeg van hadden. Maar met Hanoi als vooruitzicht konden we een ei nog wel verdragen. Het busstation zat vlakbij het hostel waar we dan
eindelijk het busticket naar Vietnam konden halen. De bus ging de volgende dag om half tien dan eindelijk richting Vietnam. Toen we in de bus zaten en de snelweg op reden begon het super hard te
regenen. Het regende zo hard dat het water langs alle kanten de bus in stroomde. Wij kregen achterin een plaats omdat het gangpad voor in de bus helemaal blank stond. Na 3 uur stopte de bus bij een
eet tent waar Chinezen op ons af kwamen om geld te wisselen. We ruilden onze laatste yeng in voor de dong. We kregen 4 ton aan dong!!! We kregen eten en konden daarna weer de bus in om vervolgens bij
de grensovergang er weer uit te stapten. Daar moesten we in een kleine shuttle plaats nemen die ons naar de security check en douane bracht. De stempel met uit check datum werd in onze paspoorten
gezet wat betekend dat we officieel China uit zijn. Nu moesten we met onze tassen een stukje lopen om bij de Vietnamese Douane te komen. Via een verroeste slagboom kwamen we bij de douane waar we
welkom werden geheten. Het viel ons meteen op dat de mensen veel vriendelijker zijn en dat de gebouwen een stuk ouder eruit zien. De Security check was een scan apparaat uit de jaren tachtig waar
niemand bij stond om te kijken of je je tas er wel doorheen zou halen. Verderop konden we weer een shuttle instappen die ons naar de bus richting Hanoi bracht. We passeerde nog een check waar een
mannetje in een klein huisje met bananenbomen erachter onze paspoorten bekeek. Eenmaal in de bus hadden we geen stoelnummer meer, dus konden gaan zitten waar we wilden. Nou ja, waar er nog plek was.
De bus zat vol met mensen, achterin was nog plek bij twee westerse gasten. Dit ware twee vage pipoos die vertelde dat ze in het hostel waren beroofd van hun geld. Ze dachten zelfs even dat wij
misschien hun geld hadden gestolen. Toen hebben we ze even duidelijk laten weten dat wij niet zoveel geld hadden. De bus reed verder en het beeld van het landschap was vooral rijstveld met
waterbuffels. Er kwamen steeds meer scooters op de weg rijden die kriskras over de weg manoeuvreerde. Na een uurtje kwamen in Hanoi aan. Hier zagen we weinig auto's en heel veel scooters. De bus
stopte ergens naast de weg waar we uit konden stappen om vervolgens een taxi naar het hostel te pakken. Het hostel waar we kwamen was enorm groot. We zagen alleen maar westerlingen waar we aan
moesten wennen. Ook toen we even een rondje gingen lopen moesten echt wennen aan de enorme drukte. Ons viel meteen om dat de Vietnamezen veel mee modebewuste kleding dragen dan de Chinezen en dat er
veel meer macho's op scooters rijden. Kleding merken zoals Lacoste, Tommy Hilfiger, Burberry, Calvin Klein etc. zagen we voor 4 euro in de winkels liggen. We liepen door straten waar alleen maar
schoenen worden verkocht. Bij een meer met park eromheen aangekomen konden we zitten en alles op ons in laten werken. Terug in het hostel zat iedereen al aan het bier om vervolgens het nachtleven van
Hanoi in te gaan. We merken meteen dat we in het party hostel van Hanoi zaten. Een totaal andere wereld als in de hostels van China. Een nieuwe fase van de reis is begonnen. Nu eerst twee weken
relaxen voor Dave in Hanoi. Joris vliegt voor twee weken terug naar Nederland om bij de geweldige prestatie van Mehrnaz te zijn, haar Master uitreiking!!! Ook neemt Joris kleding mee die we in het
warme weer niet meer nodig hebben. Tevens zijn er 16GB aan foto's geschoten die veilig thuis gebracht kunnen worden. Mehrnaz en Joris vliegen vervolgens op 21 april naar Hanoi om samen met de Dave
door Zuid-oost Azië te gaan reizen. Tot over twee weken!
Deze twee steden liggen in het Karssen landschap dat met de glooiende bergen en de Ligiang rivier het landschap vormt. In de stad Guilin zijn deze bergen regelmatig te zien als we door de straten
lopen, even als het water. Een grote Boulevard langs de rivier verbindt de stad met het water waar de frisse groene bladeren van de boom de lente laten zien. Het meer waar de twee pagodes staan,
geven samen met de netjes aangelegde oevers waar Chinezen over de paden flaneren, een romantische sfeer. Helaas gaan ze iets te ver met Franse romance in Guilin. Want op het grote plein staan precies
twee glazen kubussen zoals het Louvre in Parijs. Maar gelukkig kwamen we niet alleen voor de stad naar Guilin. De rijstterrassen buiten Guilin waren een welkome verandering van het landschap. De
horizontale lijnen die de hoogtes in het berg landschap perfect weergeven, verbaasden ons enorm. De boottocht naar Yangshou. Met een bus werden we naar de rivier gebracht waar we op een boot met twee
dekken stapte. Vervolgens ging de boot de rivier op waar grotere boten voeren. Tot onze verbazing moesten we al varende overstappen op een van de grote boten. Eenmaal daar aan boord kregen we een
coupe aangewezen waar we konden zitten. Ook konden we naar buiten op het dak van de boot waar we een mooie panorama van de omgeving hadden. We gingen langs de glooiende bergen met op de voorgrond
langs de rivier enorme bossen bamboe. Ook kwamen op de rivier kleine bamboe bootjes tegen waar mensen op vervoerd werden. Na vier uur kwamen we aan in Yangshou. Daar kwamen we in een enorme
toeristische omgeving terecht waar de ene souvenir tent na de andere onze weg begeleide. We kwamen naast Chinezen ook veel westerlingen tegen, hier moesten we echt weer even aan wennen. Ons hostel
lag midden in het centrum waar wederom veel souvenir tenten en restaurantjes het straat beeld vulde. Naast Chinees eten was er ook veel westers eten te krijgen. Nadat wij onze spullen gedropt hadden
in de kamer gingen we fietsen voor volgende dag reserveren. Tevens hadden we een ticket voor de Moon Hill, Big Banyan Tree en het boot vissen gekocht. 's Avonds zijn we nog langs de rivier gaan
zitten waar we bamboebootjes met lichtjes, bamboebossen langs de rivier en de glooiende bergen op de achtergrond zagen. Een paar vleermuizen zorgde ervoor dat Dave zich een paar keer rot schrok maar
verder hadden we een heerlijke avond. De volgende ochtend stonden redelijk op tijd op om de fietsen te halen. Eenmaal op de fiets kwamen we een aardige Amerikaan tegen die met ons wel mee wilde
fietsen. We fietsen een heel stuk richting een dorpje waar een mooie brug lag. Eenmaal daar moesten we betalen om het te kunnen zien. Maar we zagen een landweggetje dat een mooi zicht had op de brug.
We besloten daarover heen te rijden en merkten algauw dat we de juiste keuze gemaakt hadden. We zagen de brug super goed en fietsten tevens tussen de locale boeren, wat erg leuk was. Na wat uitgerust
te hebben fietsten we een stuk het dorp door en kwamen in het achter land waar we tussen de glooiende bergen fietsen. Helaas liep de weg dood en kwamen we in de de boes boes terecht. We fietsen
dezelfde weg terug en aten wat bij een locale noedeltent. Daarna fietsen we verder en kwamen bij de rivier met de bamboe bootjes. Dit was wederom weer een enorm mooi uitzicht en bleven ook even staan
om te genieten. Na dit gedaan te hebben fietste we verder het zanderig pad op. Het was een flink stuk fietsen om bij de Moon Hill te komen maar we uiteindelijk aankwamen. De Moon Hill is een berg met
een gat erin in de vorm van een maan. Via trappen konden we tot in het gat van de berg komen waar we tevens een schitterend uitzicht hadden over het Karsen landschap. Op de Moon Hill waren
steile-wand-klimmers die de berg aan het beklimmen waren. Dit was erg gaaf om te zien. Terug beneden fietsen we een klein stuk verder om bij de Big Banyan Tree te komen. Deze oude boom was enorm
groot en vooral breed met takken die ondersteund werden door andere bomen. We fietsten verder en kwamen weer in Yangshou terug waar we wat aten. Nadat gedaan te hebben gingen we op de avond boot om
naar de vissers te kijken. Eenmaal op het water kwamen er bamboebootjes naast onze boot varen met aalscholvers erop. De visser lieten de aalscholvers vrij zodat ze het water in konden duiken om vis
te vangen. Na enige tijd kwam er een aalscholver boven met een vis half in zijn keel. We verbaasde ons toen we zagen dat er om de nek van de aalscholver een touwtje zat zodat hij de vis niet kon
doorslikken. De visser haalde de aalscholver uit het water en schudde de aalscholver leeg in een rieten mant. Dit ging enkele malen zo waarna we op een stuk land konden stappen om de beesten te
kunnen vast houden. Wij vonden dit veel te toeristisch dus hielden ons rustig. Eenmaal terug in de haven dronken we nog wat en ploften daarna in ons bed van de vermoeidheid.
De stad Changsha ligt in centraal China en heeft zesmiljoen inwoners. Groot genoegen stad voor hostels en hotels. Ons hostel dat we hadden geboekt lag midden in het centrum van Changsha. Het centrum
waar we met de bus doorheen reden was druk met Chinezen en druk met lichtgevende reclameborden. Bij het hostel aangekomen checkten we in en kregen de kamer sleutel. We liepen door de gangen en vonden
het interieur er redelijk uitzien, de kamer met bedden was ook nog goed. Maar toen we de badkamer instapten kwam er een putlucht ons tegemoet die erger was dan het riool. Daarbij was de wc, het gat,
meteen het afvoerputje van de douche. We dropte onze tassen neer en vluchten weer weg de straat op. Daar doken we een barretje in waar we ons trakteerden op bier om is te denken over wat we gingen
doen. We waren er na twee biertjes uit en boekten via Agoda.com een vijf-sterren hotel. We namen geen standaard kamer maar een luxe kamer. Nu durfde wel een nachtje in het hostel te overleven zonder
te douchen. De volgende dag werden we vroeg wakker. We pakte meteen onze tassen en namen de taxi naar het hotel. We reden een luxe entree binnen waar de taxideur voor ons werd open gedaan. We werden
vriendelijk welkom geheten en kregen onze pas voor de kamer. De lift ging naar de 25ste verdieping waar het zachte tapijt onze voeten verzachte. Eenmaal in de kamer, ploften we in de stoel en bed met
een schitterend uitzicht over de stad. De badkamer was luxe met douche en ligbad. Vandaag was de relaxe dag aangebroken. 's Ochtends kregen we ontbijt in het restaurant. De zakenmannen en vrouwen
waren allemaal netjes gekleed. Wij daarentegen kwamen in onze trainingsbroek en slippers binnen wandelen. Veel ogen waren op ons gericht waardoor we moesten lachen om de situatie. We werden
vriendelijk begeleid naar onze tafel en konden alles bestellen wat we wilden. We gingen redelijk vaak naar het lopend buffet en hadden na een uurtje heerlijk ontbeten. We stapten de lift weer in en
maakten ons op voor vertrek met de trein naar Guilin!
Vanuit het zuidelijke Kunming moesten we 22 uur in de trein zitten/liggen om in Zhangjiaji te komen. De stad Zhangjiaji ligt in het centrum van China waar het landschap ligt waar de film Avatar is
opgenomen. Dit beschermd natuurgebied valt onder het UNESCO erfgoed. De eerste dag dat we het park bezochten was het bewolkt. Dit maakte de eerste indruk van het park niet minder spectaculair. De
torens van stenen die begroeid zijn met planten leken precies zoals in de film. Naast dat er veel Chinezen waren liepen er ook apen rond die de aandacht trokken van de mensen. De Chinezen vonden
daarentegen ons weer interessanter en wilde met ons op de foto. We zijn een stuk groter dus voor de Chinezen net een Avatar. Gelukkig kregen we alleen veel aandacht bij de entree van het park zodat
we zelf ook nog konden genieten van het avatar landschap. Het landschap veranderde steeds bij het wandelen en naarmate we hoger klommen werd het uitzicht spectaculairder. Het leek net of we ons in de
film waande, zoveel leek het landschap erop. Dag twee en drie in het park was nog mooier vanwege de zon die scheen. We liepen langs een helder riviertje die werd geleid door stenen en rotsblokken. De
groene beplanting was extra goed te zien omdat de bomen (metasequoa) nog geen blad hadden. Tevens konden we hierdoor ook beter de hoog uitstekende rotsen zien. Na een uurtje lopen weken we van het
grotere pad af en kwamen we bij een rustig stuk waar bijna niemand liep. We zagen fel gekleurde vogels die rond vlogen in het bos. We liepen verder en kwamen bij een splitsing van het pad waar we
rechts moesten. Het pad bestond voornamelijk uit trappen waardoor we soms even rust namen om op adem te komen. Naarmate we het dal uitkwamen werd de zon feller en warmer. Eenmaal boven kwamen we bij
het hostel uit waar we bleven overnachten. Vanuit het hostel konden we naar twee mooie spots lopen die mooie uitkijken had over het landschap. Met een biertje in de hand, het uitzicht vanuit het
hostel en de zon konden we goed bijkomen van de tocht. We filosofeerde wat en genoten van de ondergaande zon. De volgende ochtend stonden we vroeg op om de zon ook weer zien op te komen. We ontbeten
met scrabbelt egg en tomaten waarna we naar de spot gingen om de zon zien op te komen. We waren precies op tijd, want toen we vijf min. stonden kwam de zon boven de bergen uit. De toppen van de rots
partijen werden langzaam verlicht wat een mooie contrast gaf met de donkere diepte van het dal. Nadat we weer een paar mooie foto's gemaakt hadden gingen we naar een ander gedeelte van het park
wandelen. Onderweg moest Dave nog wakker worden, zo vroeg opstaan was even wennen. Bij het andere gedeelte aangekomen moesten we steilen ijzeren trappen beklimmen om bij een mooi uitzichtpunt te
kunnen komen. Het bizarre was dat er ook een omaatje van 80 rond liep om van het uitzicht te genieten. Elke ochtend Tai-Chi help dus wel degelijk. Via een hangbrug en altijd weer andere trappen
kwamen we bij nieuwe uitzichtpunten. We hadden nu wel genoeg van dit landschap gezien merkte we. Het was nu nog een mooie wandeling terug naar de bus. Via een druk bezochte route liepen langs de
verschillende uitzichtpunten. Een paar keer moesten we op de foto met een stel blije Chinezen. Via een enorme lange afdalen waar Chinezen puffend en hijgend de berg op wandelde kwamen we weer bij het
heldere riviertje. Onderweg kwamen nog vrouwen op hoge hakken tegen die vermoeid langs de rand van de trap zaten. Ook liepen er mannen met bamboe stoelen waar Chinezen in zaten die omhoog werden
gedragen. Wij waren gelukkig weer beneden en konden nog een laatste keer van het mooie avatar landschap genieten. Eenmaal weer bij het hostel in Zhangjiaji gingen we op relax-modus.
Het stadje Shangri-la ligt op de Tibetaanse hoogvlakte tegen de grens met Tibet waar het Tibetaanse klooster Shangri-la ligt. Doordat de stad op 3300m hoogte ligt gaat het ademen een stuk zwaarder.
Daarbij komt nog dat het s'nachts vriest en overdag goed warm is. Onze lichamen moesten hier lichamelijk flink aan wennen. Onze buiken hadden een opgeblazen gevoel, net als de chipzakken die bol
staan van de lage luchtdruk hier. De stad kent drie buslijnen die per rit 1 yuan kosten, dat is omgerekend 10 eurocent. Over de straten liepen de runderen en honden tussen het verkeer door en reden
er vrachtauto's met ijzeren staven van 20 meter lang. Toen we de trappen van het Tibetaanse klooster op liepen moesten we bovenaan rusten vanwege zuurstof gebrek. Door het mooie klooster de vogels
die er omheen cirkelde en de monniken die er liepen was er een mysterieuze sfeer. Het meer wat erbij lag was eveneens mysterieus door het klooster op de achtergrond en de dieren die er omheen liepen.
De Jak stond wat gras te grazen, er lag een dooie hond bij een boom en de varkens waren de oever volledig aan het omploegen. Op de achtergrond van dit spektakel rezen de 5000m hoge witte bergtoppen,
wat het plaatje van Tibet kompleet maakte.